Bericht

Spookouders? Fietsen met je kind en smartphone op IJburg

Geplaatst op 27 oktober 2016, 13:20 uur

Deze blog is een bewerking van de blog op http://www.kohnstamminstituut.uva.nl/blogs/blog_YEmmelot_201016.htm

 

Spookouders? Fietsen met kind en smartphone

 

Een nieuw verschijnsel wordt gewoon

Zo’n zes, zeven jaar geleden werd ik op IJburg voor het eerst geconfronteerd met een verschijnsel dat vertrouwd leek, maar nieuw bleek: een druk pratende moeder met een peuter in een zitje voor op de fiets. Tegelijk klopte er iets niet. De moeder praatte aan een stuk door. Maar niet op het niveau van de peuter. En ook niet mét de peuter. Ik fietste er een tijdje achteraan en zag dat mama totaal geen aandacht gaf aan haar kind, waar het wel om vroeg. De jonge moeder bleek al fietsend te telefoneren, kennelijk met een vriendin. Ze was voor haar kind misschien wel een geestverschijning: de bestuurster van de fiets, maar afwezig voor haar kind en de verkeerde kant op pratend. Zoals een spookrijder wel deelneemt aan het verkeer, maar tegen de richting in. Een spookouder?

 

Wel praten, maar niet met je kind

Sinds die ene keer ben ik honderden moeders en vaders  op fietsen tegengekomen, die hetzelfde deden. Of hetzelfde lieten: praten met hun kind over de wereld om hen heen. En ook op speelplaatsen, in winkels, in openbaar vervoer, op allerlei plekken waar ouders met kinderen komen: overal is de gsm erbij. Welke boodschap geeft een via de telefoon pratende moeder haar kind? Wat betekent het niet communiceren met je kind voor de ontwikkeling van hem of haar? Dat vraag ik mij als moeder uit een ander tijdperk en als taalwetenschapper af.

 

Einde van het mammiaans?

Laten we ons eens buigen over de taalontwikkeling.  Door met je jonge kind te praten over de wereld om hem heen, leer je je kind taal. En dat praten is niet zomaar praten, er is zelfs een speciaal woord voor bedacht: motherese of ‘mammiaans’. Omdat vooral moeders veel met babies en peuters samen zijn. Moeders spreken onbewust mammiaans, een variant van de moedertaal. Kenmerken van dat ‘mammiaans’ zijn: op een wat hogere toon spreken, ingewikkelde zinsconstructies en woorden vermijden, je aansluiten bij waar het kind in geïnteresseerd is. En mammiaans is niet alleen aanpassen, maar ook uitbreiden. Een peuter zegt bijvoorbeeld, wijzend naar een lammetje: ‘mama, schaap’. En de mama zegt dan: ‘Ja, dat is een klein schaapje he? Een lammetje’. Interactie is nodig om taal te leren. Elk moment dat een ouder samen met het kind is, kan de ouder responsief zijn en reageren op waar het kind naar kijkt, wat het kind benoemt. Zo krijgt de wereld woorden. Maar gebeurt dat nu nog wel genoeg, naderen we het einde van het mammiaans? Of het pappiaans, want dat bestaat natuurlijk ook.

 

Waar fietsen spookouders heen?

Weten die fietsende moeders en vaders met hun smartphones wel welke kansen ze laten liggen? Hoe erg is dat voor het leren van taal? En hoe is het om niet gezien te worden, op de fiets geen aandacht te krijgen als kleintje?

Lieve moeders en vaders van IJburg: gun je kind, óók als je met je kind onderweg bent, jou!

Deel dit: